Eetbare beplanting (deel 1)
In de klimaattuin zijn veel verschillende plant- en boomsoorten te zien. Meer groen helpt namelijk de klimaatverandering tegen te gaan. Maar welke bomen en planten zijn hier goed voor? Hoe plaats je dit het meest efficiënt? En wat moet je doen om het goed te onderhouden? Op deze website hopen wij deze vragen te beantwoorden.
Tuinvakken
Om het overzichtelijk te houden is de klimaattuin ingericht in zogeheten tuinvakken. Dit zijn onderdelen van de tuin waar specifieke plantensoorten zijn geplaatst (eetbare beplanting, inheemse beplanting, enzovoort). Ook de boomsoorten die rondom deze plantensoorten te zien zijn staan op deze webpagina omschreven.
Eetbare beplanting
Naast de groente-, fruit- en kruidensoorten zijn er ook planten die gegeten kunnen worden. Hiervan zijn er een aantal te zien in de klimaattuin. Het voordeel van eetbare beplanting is dat ze weinig onderhoud vragen en ieder jaar terugkomen. Dit komt omdat het vaste planten zijn. Vaste planten zijn meerjarige, kruidachtige planten. Sommige soorten blijven jaarlijks groen, maar grotendeels sterven in het najaar af en trekken zich ondergronds terug om te overwinteren. Ieder jaar vormen deze soorten nieuwe stengels, bladeren, bloemen en zaden. Ook hebben ze een grote variatie aan kleuren en geven ze verschillende geuren af wat aantrekkelijk is voor vlinders.
Aanwezige plantsoorten
In dit tuinvak zijn onderstaande plantsoorten te zien:
- Echte kamille (wetenschappelijke naam: Matricaria Chamomilla)
- Citroenmelisse (wetenschappelijke naam: Melissa officinalis)
- Munt (wetenschappelijke naam: Mentha spicata)
- Druif (wetenschappelijke naam: Vitis vinifera ‘Boskoop glory’)
- Kiwi (Actinidia deliciosa ‘Jenny’)