Groene trambanen

Trambanen die niet door ander verkeer gebruikt worden, kunnen vergroend worden om regenwater te laten infiltreren. 

Voor verkeersruimten in de openbare ruimte is het devies: alleen waar nodig verharden. Dit is beter voor de waterhuishouding en voor het bodemleven. Voor trambanen betekent dit dat de ruimte tussen tramrails onverhard kan worden en van begroeiing zoals gras of sedum kan worden voorzien op plekken waar geen ander verkeer komt (zoals taxi’s en hulpdiensten). Hierdoor ontstaat er ruimte voor infiltratie van regenwater.

Gras is makkelijk te onderhouden en behoedt de bodem voor erosie. Sedum vergt ook weinig onderhoud en kan goed tegen droogte. Het is wel belangrijk dat het groen niet wordt belopen om de gezondheid van de planten en de doorlaatbaarheid van de grond te waarborgen. Het is dus niet geschikt om bij oversteekplaatsen aan te leggen.

schematische doorsnede groen tussen trambaan
Schematische doorsnede groen tussen tramrails. ©Atelier GROENBLAUW

Droogte

Iedere vorm van waterdoorlaten oppervlak is van belang in een verhard stedelijk gebied. Door zo veel mogelijk water te laten infiltreren en het grondwater aan te vullen kunnen de gevolgen van droogte beperkt worden. Het gras tussen de tramrails zal tijdens langdurige droogte verdrogen en geel worden, maar dit herstelt zich meestal weer na regenval. Sedum kan beter tegen langdurige droogte.

Hitte

Doordat groen minder opwarmt dan betegelde oppervlakken en de warme ook minder vasthoudt, vermindert vergroening de opwarming van de stad tijdens hete dagen. Grotere vergroende oppervlakken kunnen door middel van verdamping ook voor een verkoelend effect zorgen.

Groen tussen de tramrails
Groen tussen de tramrails in de Plantagebuurt. ©Elena Francissen

Bijkomende effecten

  • Waterkwaliteit
  • Luchtkwaliteit
  • Biodiversiteit
  • Hitte
  • Multifunctioneel ruimtegebruik
  • Constructiekosten
  • Onderhoud/beheer kosten